Maak wensen palliatieve zorg bespreekbaar
Palliatieve zorg is zorg die gegeven wordt wanneer genezing niet meer mogelijk is. Het doel van de zorg gaat dan om kwaliteit van leven en welzijn. Binnen Interzorg staan dagelijks behandelaren klaar voor cliënten, naasten en medewerkers om ze hierbij te ondersteunen. “Het belangrijkste bij palliatieve zorg is het vroegtijdig bespreekbaar maken ervan”, zegt Harmien Faber, Wijkverpleegkundige en Zorgconsulent palliatieve zorg. “Zo kunnen cliënten zelf de regie voeren over hun laatste levensfase, en de zorg en behandelingen die in de toekomst mogelijk nodig zijn.”
Verwachtingen en wensen
Vragen en onderwerpen die hierbij aan bod kunnen komen zijn kunnen fysiek, psychisch, sociaal en spiritueel van aard zijn. “Wat zijn bijvoorbeeld de verwachtingen van de laatste levensfase, en wat zijn de wensen”, licht geestelijk verzorger Wim Staal toe. “Als cliënten, naasten en zorgverleners dit weten, geeft dat rust. Bovendien helpt het naasten en zorgverleners, omdat ze passende zorg kunnen bieden.” Zaterdag 14 oktober is de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg, maar binnen Interzorg besteden we hier vandaag al extra aandacht aan. Vooral de zorgverleners spelen hierin een belangrijke rol.
Zorg voor de zorg
“Ons uitgangspunt is: zorg voor mensen in de palliatieve zorg. Kennisdeling en scholing helpen hierbij”, zegt Harmien. Daarom wordt vandaag op iedere zorglocatie van Interzorg informatie gedeeld over de ondersteuning die binnen Interzorg en in de regio wordt geboden. In de zorg kunnen vrijwilligers van het hospice en bijvoorbeeld de zanggroep Bedside Singers Drents-Friese Wold verlichting bieden. Kennisdeling is onder meer te vinden bij het multidisciplinair palliatief consultatieteam in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA). Ook werkt Interzorg binnen het Netwerk Palliatieve Zorg (NPZ) samen met andere zorgaanbieders in de regio. Harmien: “In alles wat we doen binnen de palliatieve zorg gaan we uit van zo goed mogelijke ondersteuning in de laatste levensfase, met behoud van eigen regie en welzijn.”