Spring naar inhoud

Wijkgericht werken: hetzelfde, maar dan anders

We krijgen in Nederland steeds meer ouderen. Die leven langer en relatief gezond. Maar zodra ze zorg nodig hebben, is er door de vergrijzing steeds minder zorg beschikbaar. Om toch aan de zorgvraag te voldoen, moeten wij als zorgprofessionals op een nieuwe manier gaan werken. Samen met familie en naasten, huisartsen, welzijnsorganisaties, gemeenten en vele anderen willen we de zorg rondom de cliënt anders organiseren en zo lang mogelijk uitstellen. Maar hoe doen we dat? Voor ons personeelsmagazine Dichtbij spraken we met Miriam Winkel, omgevingsregisseur bij de gemeente Assen, en Jovancka Homan, manager bij Interzorg.

Samen met onze partners in zorg en welzijn streven we ernaar mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Ieder vanuit een eigen rol. Om te voorkomen dat we meer werk moeten doen met hetzelfde aantal collega’s, zullen we anders moeten gaan werken. Dat betekent ook meer gebruikmaken van het sociale netwerk en technologie. Zolang het ons lukt mensen eigen regie en zelfstandig functioneren te laten behouden, is professionele zorg niet, deels of tijdelijk nodig. Dat lukt als we elkaar kennen, elkaar vertrouwen en in verbinding blijven op kleine schaal, in de wijken. Wanneer mensen echt niet meer zelfstandig thuis kunnen wonen, kunnen ze terecht bij een zorglocatie van Interzorg. Daar doet iedereen zijn best het als thuis te laten voelen. Vrienden, familie en vrijwilligers helpen nog steeds mee waar dat kan. Dat wordt het nieuwe wijkgericht werken. Hetzelfde, maar dan anders.

Denken vanuit de bewoner

Miriam is omgevingsregisseur bij de gemeente Assen en Jovancka werkt voor Interzorg als programmamanager. Ze werken intensief samen in de wijk Lariks in Assen, waar ook volop wordt gewerkt aan de nieuwbouw van De Slingeborgh. “Omdat Interzorg een groot zorgaandeel heeft in de wijk, vond ik het belangrijk de samenwerking op te zoeken”, zegt Miriam. Onder de vlag ‘Mijn buurt Assen’ werkt de gemeente Assen samen met Actium en Vaart Welzijn aan de leefbaarheid van de stad. Zo ook in Lariks. Specifiek voor deze wijk heeft Miriam Interzorg betrokken bij de wijkaanpak. Als omgevingsregisseur is het haar rol helder te krijgen wat er gebeurt binnen een wijk en hoe ze dit projectmatig aan elkaar kan verbinden. Miriam: “Al die verschillende belangen klinken misschien ingewikkeld, maar dat is het niet als je continu vanuit de mens denkt. De bewoners, en in jullie geval de cliënten, zijn altijd het uitgangspunt. Het is de kunst je daarin te kunnen inleven en ze structureel te betrekken. Want als je mensen vraagt of ze een buurtfunctie belangrijk vinden, zeggen ze allemaal ‘ja’. Maar pas als je gaat doorvragen komt daar een concreet wensenpakket uit.”

Naar elkaar omkijken

“We zien voor de nieuwe locatie van De Slingeborgh een centrale functie voor de buurt”, zegt Jovancka. “Tegelijkertijd willen we graag weten wie er in Lariks wonen en kunnen aansluiten op de zorgbehoefte. Vanuit de samenwerking proberen we dit concreet te maken. Zo onderzoeken we de mogelijkheden voor een centraal loket binnen De Slingeborgh, waar verschillende diensten samenkomen.” Miriam vult aan: “Onze gemene deler is dat we verbinding in de wijk willen aanbrengen: we gaan weer meer naar elkaar omkijken.”

Diversiteit is rijkdom

Lariks is een diverse wijk als het gaat om etniciteit, inkomen en opleidingsniveau. “Diversiteit is rijkdom en biedt kansen”, vindt Miriam. “Er wonen hier veel actieve bewoners, maar er zijn ook bewoners die moeilijker te bereiken zijn: de stille stem. Actium en Vaart Welzijn komen bij deze mensen achter de voordeur, en Interzorg kan goed in contact zijn met ouderen in de wijk. Daarom is die samenwerking ook zo belangrijk.” Veel van wat binnen de wijkaanpak wordt opgepakt, is gericht op ontmoeting en naar elkaar omkijken. Bedoeld om de onderlinge verbondenheid te vergroten. Miriam: “Want dat vergroot welzijn en heeft een positief effect op de gezondheid van mensen. Zo ken ik het verhaal van een mevrouw wier man in een zorglocatie woonde. Zij verzorgde daar haar man en deed er vrijwilligerswerk. Toen haar man kwam te overlijden, kwam ze thuis te zitten en raakte ze depressief. Ze ging met haar klachten naar de huisarts. In plaats van haar medicatie voor te schrijven, gaf hij haar als tip naar een buurthuis te gaan. Ze is helemaal opgeleefd. Dat is de kracht van verbinding.”

Straat openbreken

Het is duidelijk: bij wijkgericht werken heb je elkaar nodig. Het voorkomt bovendien dat je drie keer hetzelfde wiel uitvindt. Of, zoals Miriam het mooi zegt: “Het is beter dat de straat maar één keer open gaat dan drie keer.” Tegelijkertijd levert samenwerking ook spanning op. Jovancka: “We werken nu vooral op basis van vertrouwen en we zien dat er in alle lagen positieve energie zit. Maar omdat vertrouwen ook vaak persoonsgebonden is, zit daar ook een risico.” Miriam vult aan: “Het is niet vrijblijvend. We hebben bepaalde verwachtingen naar elkaar uitgesproken. Wij dienen als gemeente daarin het algemeen belang. Het gaat werken als we altijd streven naar een win-winsituatie en elkaars rol in het geheel erkennen.”